Openings reden gehouden ter gelegenheid van het 300 jarig bestaan v.h. Sint Oswaldusgilde 16 juni 1954 door de Voorzitter de Heer J. Th. Limbeek.
Hartelijk welkom dezen morgen aan de Zeer Eerwaarde heren geestelijken (en eventuele andere genodigden)
Dames en leden van het Sint-Oswaldus Gilde. Laatst op een bestuursvrergadering werd er ter sprake gebracht, dat het Gilde het 300 jaar bestaan had, dit bleek uit het oude zilver en de boeken. We konden dit heugelijke feit natuurlijk niet ongemerkt voorbij laten gaan, ook al omdat een 300 jarig bestaan van een vereeniging een zeldzaamheid is. We hebben getracht dit zoo goed mogelijk te doen. Men sprak al van een blijvende herinnering hieraan te binden, maar daar wilden onze Minister van financieën zijn goedkeuring niet aan geven. Dat liet onze schatkist niet toe. Maar over eenige tijd dan zal het bestuur een voorstel doen aan de leden als de financieën het tenminsten toelaten. Onze voorvaderen hebben ons een mooi erfstuk achter gelaten, we kunnen hun er niet dankbaar genoeg voorzijn.
In de oude boeken schrijven ze over het Sint Oswaldus Gildebroederschap, met als hun beschermheer Sint Oswaldus. Deze broederschap moeten wij ook nu nog altijd blijven beoefenen. Ik weet uit ervaring dat er in mijn lange bestuursfunctie nog geen ernstig verschil is geweest, nog op feesten of op vergaderingen of het werd altijd rustig broederlijk weer belegd.
Rede van de voorzitter bij het driehonderdjarig bestaan
Dat het Gilde in de laatste tijd en misschien ook in vroegere jaren, wel zware tijden heeft gehad is welzeker maar heeft er zich altijd glansrijk doorgevlogen, dit danken we vooral ook aan onze beschermheer Sint Oswaldus.
De laatste oorlog heeft ook een zware slag toegebracht. Van onze inventaris was niets meer over. Als we onze tafels en stoelen niet goed verborgen hadden, waren we misschien ook voor brandhout vernield vooral waren we bezorgd voor onze mooie tafel, die we bij Ariens onder gebracht hadden, volgens Deskundigen stamt deze nog uit het begin van ons Gilde
Het Gildegebouw bleef nog lang ongedeerd mar in de laatste nacht werd hier de hele kap afgeschoten.Om het zoo spoedig weer in orde te krijgen hebben we ons gewend tot de Boerenleenbank en een crediet aangevraagd, hiermee hebben we ons gebouw weer prima kunnen opbouwen. De bestuursvergaderingen hielden wij bij Varwijk in de keuken en kregen we van Moeder Varwijk de koffie. Jan Meyer beloofde weer koffiebonnen te bezorgen, ik denk echter dat hij het welheeft vergeten ze te brengen. Na de oorlog werden de onkosten, aan arbeid en anderszins duurder, we konden de rekeningen niet meer sluitende krijgen, want de pachten bleven laag, gelukkig kwam er oplossing door de zandverkoop, nu waren we uit de brand, we hopen, dat dit in de naaste toekomst mag doorgaan.
Verder wensen we dat ons Gilde nog vele jaren mag blijven bestaan, tot genoegen van Zeddams ingezetende. Dat het Gilde de volgende 300 jaren in nog grootere bloei en voorspoed mag ingaan al weldoende aan de parochies en vereenigingen. Dit moet toch nog van mijn hart wil Zeddam z'n mooi gilden laten voort bestaan, dan moeten ze steeds zorgen voor goede bestuursleden.
Hiermee wil eindigen en het feest openen en wenst het feestvierende gilde veel plezier
De Voorzitter, J. Limbeek
Woord van de penningmeester
Dames en Heren,
Namens de andere bestuurskleden is mij verzocht, ook enkele woorden tot U te spreken. Dit wil ik dan doen als penningmeester van ons gilde.
Ik zal geen opsomming geven van de veranderingen, die aan eigendommen en andere objecten zijn gedaan, alhoewel deze veranderingen evenzoveel verbeteringen zijn gebleken, vooral wat betreft de inkomsten.
Deze verbeterde inkomsten hebben ons dan in staat gesteld dit feest, ons 300 jarig bestaan, op deze manier te vieren. 300 Jaar, is een hele tijd.
Het is jammer dat de oprichters of schenkers van ons Gilde niet met namen bekend zijn, maar wij willen hen vandaag in onze vreugde gedenken, en de hoop uitspreken, dat zij van de eeuwige vreugde genieten.
Dit bestaansfeest hebben wij in feiten te danken, aan onze voorouders die ons hun bezittingen hebben nagelaten, waar op de hele broederschap van jet gilde berust.Op op rust thans de plicht deze eigendommen ongeschonden aan onze kinderen over te dragen, opdat zij de vruchten plukken van ons beleid.
Me U aller instemming zullen wij dezen dag, in onze boeken schrijven, als HET FEEST, met het verzoek dit alle 25 jaar te herdenken, op de manier zoals wij het vandaag doen, als het finantieel mogelijk is.
Namens de voorzitter en de andere bestuursleden, willen wij vandaag ook onze speciale hulde brengen aan die leden, die reeds 50 jaar en langer lid van het St. Oswaldusgilde zijn.Wij zijn blij dat zij vooral vandaag in ons midden zijn, en wij hopen dat zij onzen tapper nog jaren zullen lastig vallen, voor een extra borreltje. Het zou ons thans aangenaam zijn, als er enkele leden waren die ook een woordje wilde spreken, het verhoogd de gezelligheid, en het gebruik komt beter tot zijn recht.
Met de wens, dat U dit feest zoveel mogelijk in ons eigen gebouw zult vieren, wat ook de gezelligheid verhoogd. Dank ik U voor Uw aandacht, en geeft hierbij gaarne het woord aan een van U.
Dank U.